Wij kijken terug op een waardevolle kick-off bijeenkomst over Bestaanszekerheid. Nadja Jungmann gaf een inspirerende lezing; de inzichten werden direct toegepast in de workshops. Mooi om te zien dat de wil er in elk geval is om met elkaar samen te werken aan het verbeteren van bestaanszekerheid. Waarbij we, zoals Nadja ons meegaf, niet moeten kijken naar meer voorzieningen, maar investeren in de "vindplaatsen".

Column Nadja Jungmann
De bijstandsnorm is in Nederland voor bijna geen enkel huishoudtype toereikend. De vaste lasten zijn voor een grote groep mensen te hoog voor hun budget. En als een deurwaarder vanwege onbetaalde rekeningen eenmaal beslag legt, dan loopt de schuldenlast significant op. Dit is een deel van de context waarin, in Nederland, één op de zes volwassenen in bestaansonzekerheid leeft. Om hen te ondersteunen biedt alleen de Rijksoverheid al een systeem van 27 verschillende landelijke inkomensondersteunende maatregelen. Daarbovenop bieden gemeenten, burgerinitiatieven en organisaties aanvullende ondersteuning. Die ondersteuning varieert van een sportpas van de gemeente tot weggeefplekken waar burgers goederen en voedsel verzamelen en aanbieden. Tot organisaties die vrijwilligers inzetten om hulp te bieden aan inwoners met ingewikkelde formulieren en brieven.
Wicked problem
Bestaansonzekerheid is wat politici en beleidsmedewerkers wel een wicked problem noemen; een dusdanig complex probleem dat er geen eenvoudige oplossing voor is. Het risico bij een wicked problem zoals bestaansonzekerheid is dat er telkens nieuwe groepen worden geïdentificeerd die niet bereikt worden. En dat er ten behoeve daarvan weer een nieuwe voorziening bij komt. Dit reflex leidt op verschillende plekken tot een wildgroei aan voorzieningen. Zo constateert de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving in zijn rapport over bestaanszekerheid dat het hulpaanbod soms zo overweldigend kan zijn dat mensen door de bomen het bos niet meer zien’. In aanvulling op deze constatering noemen onderzoeken als verklaringen voor ‘niet-gebruik en de weg niet vinden’ ook redenen zoals wantrouwen in de overheid, schaamte, angst voor stigmatisering, eerdere negatieve ervaringen en lage vaardigheden in het lezen, rekenen of de taalbeheersing in het algemeen.
Één loket bij de overheid
Vanuit de wens het gebruik van (het woud aan) voorzieningen te verhogen, wordt er in het programma Werk aan Uitvoering gepleit om invulling te geven aan één loket bij de overheid. Dit is een mooie gedachte om te realiseren, maar sneller opgeschreven dan gerealiseerd. De reden is dat door de variëteit in verklaringen die er zijn voor het niet-gebruik zoals hierboven genoemd, de invoering van één loket bij de overheid onvoldoende oplossing biedt. Om het aantal voorzieningen terug te dringen zou het goed zijn als we in het sociaal domein een beweging op gang brengen waarin we voorzieningen die een (nagenoeg) gelijk aanbod bieden samenvoegen. En tegelijkertijd stevig investeren in het uitbreiden van de vindplaatsen.
In de aanpak van schulden leerde de huisartsenzorg bijvoorbeeld dat er een groep patiënten is met serieuze geldzorgen die bedankt voor een verwijzing naar de gemeentelijke schuldhulp, maar wel graag hulp krijgt van een praktijkondersteuner financiën. Het is in dit voorbeeld niet de voorziening die in het geding is, maar de aanbieder. Met minder voorzieningen en meer vindplaatsen blijft de sociale kaart van het sociaal domein rijk gevuld maar is zij een stuk toegankelijker en kan zij aansluiten op de waaier aan verklaringen voor het niet-gebruik en de zoektochten van inwoners.

Nadja Jungmann
Prof. Dr. Nadja Jungmann is bijzonder hoogleraar bijzondere aspecten van het privaatrecht aan de UvA, lector schulden en incasso aan Hogeschool Utrecht en ambassadeur bij 113 zelfmoordpreventie.