In Nederland worden momenteel alle duurzame alternatieven voor fossiele brandstoffen onderzocht, ook groene waterstof. Om groene waterstof te maken zijn grote fabrieken nodig, die gebruik maken van bijvoorbeeld windmolens voor hun energie. Deze fabrieken zijn er nog niet; het initiatief in Groningen is een eerste experiment. Als dat experiment slaagt, zullen mogelijk meer fabrieken ontstaan, gekoppeld aan nog meer windmolenprojecten op bijvoorbeeld de Noordzee. De geproduceerde groene waterstof kan dan via de bestaande aardgasleidingen naar onze huizen worden gevoerd. De verwachting is dat dit nog wel een jaar of 30 kan duren. Daarom kijken we ook naar andere alternatieven die misschien eerder of kleinschaliger te realiseren zijn.
Aardwarmte wordt onderzocht speciaal voor huizen die hun warmte krijgen via een warmtenet, dus niet via een eigen gasgestookte CV-ketel. In Nieuwegein is 50% van de huizen aangesloten op stadsverwarming. Onderzocht wordt of deze warmte rechtstreeks uit de aarde kan worden gehaald, in plaats van dat we hem halen uit de verbranding van olie en gas. Nu komt de warmte uit de centrale op Lage Weide en is een bijproduct van elektriciteitsopwekking. Als in de toekomst al onze elektriciteit uit wind of zon of andere duurzame bronnen komt, zijn alternatieve warmtebronnen nodig. Hiervoor wordt, naast aardwarmte, bijvoorbeeld ook gekeken naar warmtewinning uit oppervlaktewater of rioolzuivering. Om dat deze warmte vaak een lagere temperatuur heeft, moeten de huizen dan goed zijn geïsoleerd.